Mei. Lente. De weiden vullen zich met madeliefjes (bellis perennis). Wist jij dat je deze schattige veldbloempjes, ook wel ‘meizoentjes’ genoemd, ook in je gerechten kunt verwerken? Ze hebben een kruidige, ietwat bittere smaak. Wij maakten er een lenteachtige risotto mee. Om er een extra landelijke dis van te maken, voegden we er de blaadjes van blaassilene, een andere wilde voorjaarsplant met een delicate smaak die we op de lokale markt in Italië vonden, aan toe. Het zal niet gemakkelijk zijn om blaassileneblaadjes in Nederland in de winkel te vinden. Je kunt de blaadjes vervangen door een courgette. Onze risotto was niet alleen schattig om te zien, maar ook verrukkelijk van smaak! Het idee dat we de bloempjes zelf hadden geplukt, verheugde de vreugde. We konden de verleiding niet weerstaan om, net zoals in onze kindertijd, een ketting van madeliefjes te maken…
Ingrediënten voor 2 personen
- madeliefjes (zoveel als je wilt)
- 1 liter water
- 1 bouillonblok
- 1 ui (wij gebruikten een cipolotto di Tropea, een bekende ui uit het Italiaanse Tropea maar iedere uisoort is goed)
- circa 30 gram blaassileneblaadjes (alternatief: 1 courgette)
- 1 eetlepel olijfolie
- 160 gram risottorijst
- 1/2 glas spumante
- 30 à 40 gram vers gemalen Parmezaanse kaas
- 30 gram boter
Bereiding
Pluk de madeliefjes met steeltjes op een zonnige dag in de tuin of een weide in de schone buitenlucht. Houd de mooiste madeliefjes apart voor de garnering. Verwijder de bloemblaadjes van de overige bloemetjes. Draai het bloempje met je linkerhand rond en pluk de blaadjes er met je rechterhand af (of andersom als je linkshandig bent). Verwijder eventuele insecten.
Maak bouillon van het water en het bouillonblok en houd deze heet. Was de silene (of courgette) en hak de blaadjes fijn.
Hak de ui fijn en verhit de olijfolie in de koekenpan. Fruit de ui in de olijfolie. Voeg de risottorijst toe en rooster de rijstkorrels op een levendig vuur. Doe de spumante erbij en laat de wijn verdampen.
Nu begint het echte risottowerk. Schep onder voortdurend omroeren een soeplepel hete bouillon in de pan. Zodra de bouillon door de rijst geabsorbeerd is, voeg je opnieuw bouillon toe. Herhaal deze handelingen totdat de risotto op ongeveer driekwart van de kooktijd is. Schep nu de blaassileneblaadjes (of courgette) door de risotto.
Voeg enkel nog bouillon toe als de risotto te droog wordt. Tegen de tijd dat de risotto al dente is, moet de risotto juiste smeuïgheid hebben. Zodra de risotto al dente is, voeg je de Parmezaanse kaas en de boter toe. Schep alles goed door elkaar. Als laatste schep je driekwart van de bloemblaadjes erdoor.
Verdeel de risotto over de borden en garneer met de resterende bloemblaadjes en de madeliefjes die je apart hebt gehouden. Serveer de risotto onmiddellijk. Risotto moet altijd direct gegeten worden. Dat geldt in dit geval in het bijzonder want als de risotto in de ijskast bewaart, sluiten de madeliefjes zich vanwege kou. (Je kunt natuurlijk ook de madeliefjes voor de garnering pas plukken op het moment dat je de rijst gaat opdienen maar dan moet je natuurlijk wel een grasveldje om de hoek van de keuken hebben).
TRENDYSTYLE