Het begon allemaal met een antiek nachtkastje van een Italiaanse oudtante. Ze deed me het cadeau en ze had me geen groter plezier kunnen doen. Het kastje past precies naast mijn bed en ik geniet van de sierlijke vormen. Totdat ik er een vlek op maakte die bleek uitsloeg en de patina aantastte. Zij had het kastje 70 jaar lang onberispelijk naast haar bed staan en ik beschadigde het binnen een week! Ik kon er niet meer naar kijken en besloot de vlek zelf te lijf te gaan.
Antiekwas
Eerst deed ik een poging met gekleurde antiekwas die ik kocht bij een plaatselijke verfwinkel. De vlek werd wat minder maar bleef zichtbaar en ik kreeg er de patina niet mee terug. Wel ging een antieke ladenkast die ik onlangs bij een uitdragerij in Italië op de kop had getikt er door de was stukken beter uitzien (en dat gaf voldoening).
Ondertussen bleef die vlek op het nachtkastje me uitdagend toegrijnzen en zocht ik mijn toevlucht tot het internet. Ik begon video’s te zoeken en bekijken over het restaureren van antieke meubels en raakte bekend met gommalacca – in het Nederlands schellak -, die hoogglanzende finish van antieke meubels.
Mijn volgende stap was de aankoop (online) van schellak schilfers en een fles (bijna) pure alcohol en toen ging ik aan de slag. De vlek op het nachtkastje is inmiddels zo goed als verleden tijd en het nachtkastje glimt en glanst me tegemoet, een overwinning voor een beginneling.
Voor dit resultaat combineerde ik de aanwijzingen van Italiaanse restaurateurs op internet die me enig houvast gaven. Ongetwijfeld heb ik het niet volgens het boekje gedaan maar een eerste stap van mijn verkenningstocht in de wereld van restaureren heb ik gezet. En die deel ik graag met je (maar informeer jezelf alsjeblieft zelf als je net zo enthousiast wordt als ik).
Schellak schilfers
De hoogglanzende finish op antieke meubels is geen strakke synthetische vernislaag, zoals ik – als leek – altijd had gedacht, maar een natuurproduct. De lak bestaat uit schellak schilfers die worden geproduceerd door een insect, het vrouwtje van de lakschildluis, in onder meer India en Thailand dat de schilfers op boomstammen deponeert. Volgens een eeuwenoude techniek worden de schilfers opgelost in alcohol en met deze vloeistof kun je die schitterende spiegelglans creëren.
Benodigdheden
Ik begon met een zakje van 100 schellak schilfers gram in een blonde kleur. De schilfers bleken heerlijk te ruiken (niet relevant maar wel interessant). Andere benodigdheden waar ik naar op zoek ging, waren:
- 100 gram schellak schilfers (zoals genoemd)
- een katoenen kussensloop, liefst versleten, eentje waar grootmoeder decennia lang op geslapen heeft (vond ik niet maar ik vond wel een paar oude katoenen zakdoeken)
- een lap echte wol, ook hier liefst versleten, oma’s wollen hemdjes zijn ideaal (vond ik ook niet dus kocht ik een knot echte wol maar dat bleek niet ideaal want die liet haartjes los)
- ½ liter fles alcohol van 96% (moet minimaal 92% zijn, hoe hoger hoe beter hoe duurder)
- superfijn schuurpapier
- olio paglierino (in het Nederlands strogele olie)
- twee glazen potten met hermetische sluiting
- handschoenen
- fijn zeefje
- pantykous
- plastic flesjes met dop (lege waterflesjes zijn prima)
- maatbeker
Schellak maken
De meeste restaurateurs beginnen – zag ik online – met schellak van 20%. Dat is de basislak en eerste laag. Voor de daaropvolgende lagen wordt de lak steeds meer verdund en wordt het percentage alcohol dus steeds hoger.
Voor mijn basislak gebruikte ik volgens de online instructies, zoals je al weet, 100 gram schellak schilfers en ongeveer 500 ml alcohol. Let op, waarschuwde een van de Italiaanse maestro’s, het totaal van 100 gram schilfers en alcohol moet uiteindelijk 500 ml zijn! Ik deed daarom eerst de schilfers in een glazen pot en schonk er toen alcohol bij totdat ik in totaal 500 ml lak had. Uiteindelijk gebruikte ik dus iets minder dan 500 ml alcohol. Daarna sloot ik de glazen pot en draaide deze een paar keer om, zoals ik dat op internet had zien doen, zodat de schilfers en alcohol zich vermengden, en liet ik het mengsel een nacht rusten.
De dag daarop deed ik een pantykous om de opening van de tweede glazen pot en goot ik de lak door een zeef en de kous om bezinksel, een soort kleine korreltjes onder in de pot, te verwijderen. Ik was vergeten handschoenen aan te trekken en ontdekte al snel dat de lak een gouden laagje om mijn vingers legde. Het liet zich wel afboenen maar handschoenen dragen is een goed idee. De gezeefde lak goot ik door een trechter in een plastic fles (zodat ik niet het risico loop om de glazen pot met lak kapot te laten vallen) en sloot die af.
Politoer dot maken
Iets anders dat ik van internet te weten kwam, is dat de lak (behalve soms de eerste laag) niet met een kwast maar met een (in het Italiaans) tampone, een politoer dot, moet worden aangebracht. Gewoonlijk maken de restaurateurs die zelf van een lapje zachte katoen en echte wol. Ik heb geen lap echte wol kunnen vinden en maakte daarom, zoals ik dat had zien doen, een dot van wollen garen. Die legde ik op het lapje katoen en vervolgens maakte ik er een dot van door de katoenen lap strak om de wol te draaien. De onderkant drukte ik een beetje plat. En toen was het tijd om te beginnen. En maar hopen dat het goed zou gaan.
Politoeren
Ik had het oppervlak van het tafeltje eerst heel lichtjes opgeschuurd en stofvrij gemaakt (stof is een grote vijand van een strakke lak) en goot wat schellak over de wol die ik weer in de katoen inpakte. Door de katoen stevig rond te draaien, sijpelde de lak door naar het katoen. En toen kon het feest beginnen.
Ik besloot om eerst de vlek aan te pakken en begon de dot erover heen en weer te bewegen, zoals ik dat in video’s had gezien. Ik deed heel erg mijn best om de dot nooit te laten rusten want dat kan inbranden veroorzaken en dan heb je er een probleem bij. Ik maakte allerlei lussen en achtvormige bewegingen en zag de vlek langzaam vervagen. Omdat de lak tot mijn schrik rond de vlek wat lichter werd, begon ik snel het hele oppervlak van het tafeltje te bewerken totdat, zoals ik al had horen zeggen, de dot steeds stroever over het hout bewoog. Dat was het moment voor een paar druppeltjes olie. Ik ging zo door totdat de dot zo ongeveer geen lak meer afgaf en liet het tafeltje een nacht drogen want pas als de lak compleet droog is, kun je door met de volgende laag. Het tafeltje zag er overigens al vele malen beter uit en de vlek was nagenoeg weg.
Verdunnen
Gistermorgen heb ik het tafeltje heel lichtjes opgeschuurd en stofvrij gemaakt en toen was het tijd voor een tweede laag. Wat ik ervan begrepen heb, is dat de standaard verdunningen als volgt zijn (maar elke maestro heeft zijn eigen geheim): 20%, 10%, eventueel 7,5% , 5% en soms zelfs 2,5%. Hoe lang het duurt voordat de lagen droog zijn, hangt af van het percentage alcohol, van de weersomstandigheden en andere factoren.
De meeste vakmensen hebben van elke concentratie een fles klaarstaan maar omdat ik maar een halve liter heb, maakte ik du moment een kleine hoeveelheid van 10% klaar door aan de 20% lak eenzelfde hoeveelheid alcohol toe te voegen. En daarna was het weer politoeren. Tot mijn schrik zag ik dat de dot stofjes – gele stofjes! – achterliet. Dat kon niet anders dan van de wol zijn die te nieuw en te pluizig bleek (en de katoen misschien te dun). Het tafeltje is inmiddels droog en de stofjes lieten zich gemakkelijk verwijderen maar voor de derde – en laatste – laag ga ik toch echt op zoek naar een lap oude wol.
De vlek is niet helemaal weg maar het resultaat is volgens mij best al heel aardig is (ik kan weer met plezier naar het kastje kijken) en daarom publiceer ik mijn verhaal alvast. Inmiddels heb ik mijn oog al laten vallen op een versleten houten stoeltje dat ik nog in huis heb staan. Dat wordt mijn volgende slachtoffer.
Klik hier voor lifestyle trends voor de heren op ADVERSUS