Op dit moment ben ik in Milaan voor de modeweek (herencollecties) die aanstaande vrijdag (16 januari) begint. Milaan is MIJN stad. Ik zeg wel eens lachend dat ik milanese d’adozione ben (ik hoop dat de Milanesi mij willen hebben!). Ik voel me hier helemaal thuis.
En ik vind het heerlijk om even snel in een bar een caffè te drinken. Want zo gaat dat. SNEL. STAANDE AAN DE BAR. Er zijn ten hoogste een paar minuten mee gemoeid. Je drinkt een caffè met een vriend die je toevallig ontmoet, of even snel (altijd weer snel!) na de lunch, of als je nog een paar minuten voor een afspraak hebt, of gewoon om de dag goed te beginnen.
Het is echt ongewoon als je gaat zitten, dat doet bijna niemand (en dat heeft niets te maken met de prijs die veel hoger is als je gaat zitten). Je caffè drinkt je aan al banco. Punt uit.
Vooral ’s morgens vroeg is het in de bars een spektakel. Er gaan honderden caffè en cappuccini over de toonbank. Het kletteren van de schoteltjes, het voortdurende malen van de espressomachines en het hardop herhalen van opgegeven bestellingen door de obers is een bekend ochtendritueel dat iedereen die in Italië komt echt moet meemaken.
De bestellingen lopen uiteen. In Italië wordt de espresso op allerlei manieren geserveerd. Caffè staat voor de klassieke espresso, sterk en geconcentreerd, geserveerd in een klein (en voorverwarmd) kopje. Een caffè lungo is net iets meer aangelengd (de koffie bevat wat meer water en vult het hele kopje), een caffè corto of ristretto is mogelijk nog sterker dan een gewone espresso (het is welgeteld één slok – of maar een paar druppels – supersterke koffie). Een caffè macchiato (con latte) is een espresso met een klein beetje warme opgeklopte melk (letterlijk: koffie gevlekt met melk) en wordt in een klassiek espressokopje geserveerd. De cappuccino kent iedereen. Heel bijzonder, en erg lekker (een snoepje!), is volgens mij de marocchino, een espresso met net wat meer opgeklopte melk dan de caffè macchiato en minder melk dan de capuccino. De marocchino wordt geserveerd in een klein doorzichtig glaasje. De naam schijnt te komen van een leersoort die in de jaren ’30 voor een haarband – de marocchino – werd gebruikt en die een… juist ja… koffiekleur had.
Bij je caffè of cappuccino eet je – als ontbijt – een brioche (croissant). Die pak je zelf uit de glazen vitrinekast (niet nadat je aan de kassa betaald hebt). Ik vind de brioches met marmelade het lekkerst, maar je hebt ze ook met crème, zonder iets, met chocolade enzovoorts.
In Milaan heb je klassieke pasticceria (koffie- en gebakjeswinkels) waar je heerlijk koffie kunt drinken. Sommige bestaan al honderden jaren. Klassieke adresjes rond de Duomo zijn Peck in Via Spadari (hoog in Italiaanse top 10 en tegelijkertijd een fantastische gastronomie), Caffè Mercanti in Via dei Mercanti en Cova (wereldberoemd) in Via Montenapoleone (de chiqueste winkelstraat van Milaan). Maar er zijn er nog meer. Zo dronk ik ook een overheerlijke cappuccino in het ‘nieuwe’ Milaan: bij la Feltrinelli RED (boekhandel, caffè/bar) in Piazza Gae Aulenti. Bekijk de foto’s en adresjes hieronder maar eens.