De zomer is het seizoen van de vluchtige liefdes. Als de betovering van het warme seizoen wegebt, komen ook veel zomerliefdes tot een eind. Met het dalen van de temperaturen en het korter worden van de dagen, komen we weer met beide benen op aarde terug. We kijken terug op de zomer als op een droom. Maar waarom ebben onze zomeremoties richting herfst weg en boeten gedane beloften in aan belang?
Een verklaring hiervoor kan liggen in het feit dat we gewend zijn om in het dagelijks leven een zekere routine te volgen. De dagen rijgen zich aaneen als een serie gewoonten en de herinnering aan de zomer kan ons pijnlijk voorkomen. De zomer is voorbij, is niet meer, en het heeft geen zin om ernaar te blijven terugverlangen. De zomer is als een droom, voor velen, vooral voor diegenen die in het dagelijks leven niet met open ogen dromen, en eenmaal ontwaakt, vergeten wat ze gedroomd hebben.
Het mooie van de zomer is vooral dat we ons vrij voelen, bevrijd van alles en iedereen, van zware kleding, van verplichtingen en lasten. Wat in de zomer begint, kan vaak niet voortduren omdat het anders niet fascinerend meer zou zijn en zijn toverkracht zou verliezen. Het is een ijsje dat je moet eten voordat het smelt.
Hoe intens de emoties ook mogen zijn, de zomer schept geen hechte banden. In de zomer voelen we ons sterk en zeker van onszelf, of in ieder geval sterker en zekerder dan in de herfst of winter. We voelen geen behoefte om ons thuis te verschuilen en diep onder de dekens te kruipen. Door dit alles voelen we minder behoefte aan diepgaande en langdurige contacten omdat we ons nergens tegen hoeven te beschermen. In de zomer viert de individualiteit hoogtijd, terwijl de weemoed van de herfst plaats maakt voor hechtere relaties en sociale banden, met het Kerstfeest, de koudste periode van het jaar, als hoogtepunt van saamhorigheid en intimiteit.
Het is overigens niet de terugkeer naar het normale leven waardoor gevoelens en beloften verbleken, maar het werkt omgekeerd: omdat de gevoelens en beloften vervagen, kunnen we terugkeren naar het dagelijks leven. Als het niet zo zou zijn, dan zouden we constant in een soort betovering leven, in een surrealistische wereld met op den duur maar weinig overlevingskansen. Het dagelijks leven bestaat uit regels, verplichtingen en verantwoordelijkheden die niets te maken hebben met de onbezorgdheid en het dolce far niente van het leven aan zee of in de blauwe golven, van warme zomerdagen op bergpaden of van fietstochten door bloeiende weiden, allemaal situaties waar we ons blij en vrij voelen, en als het ware weer kind worden.
In samenwerking met ADVERSUS