STROBING. Misschien ben je al familiair met het woord, misschien ook niet. Feit is dat het steeds vaker in het vakjargon van de visagisten (maar ook van niet-pro’s) opduikt.
‘Strobing’ is een uiterst geraffineerde techniek om je make-up extra stralend en mooi te maken. Je zou ‘strobing’ kunnen zien als het tegenovergestelde van ‘contouring’. In beide gevallen gaat het om tegenstellingen tussen donker en licht en het creëren van volumes (net zoals schilders dit in hun schilderijen doen).
‘Contouring’ versus ‘strobing’
In het geval van ‘contouring’ werk je met donker(der)e kleuren en ga je actief ‘schaduwen’ in je gezicht creëren. Donkere delen liggen optisch meer naar achteren, terwijl lichtere delen meer op de voorgrond treden. Een voorbeeld van ‘contouring’ is bijvoorbeeld een vrij donkere poeder aan weerszijden van het gezicht om het smaller te laten lijken.
In geval van ‘strobing’ werk je daarentegen met highlights (lichte en vaak ook lichtreflecterende producten) en ga je lichtpunten in je gezicht aanbrengen. Ook hierdoor krijg je een spel tussen donker en licht maar je benadert het van een andere kant.
Het voordeel van ‘strobing’ is dat het resultaat veel minder zwaar, frisser en jonger oogt. Door met lichte producten volumes in je gezicht te creëren, krijg je automatisch schaduwzones maar die zien er veel natuurlijker uit dan in geval van ‘contouring’.
Welke producten gebruik je voor ‘strobing’?
Welke producten je voor strobing gebruikt, hangt onder meer af van je huidtype. Voor een rijpe of droge huid kun je het beste crèmeachtige make-upjes gebruiken. Op een vette huid werken (mineraal)poeders beter.
Een product dat vaak backstage bij de fashionshows wordt gebruikt, is Cream Color Base (M.A.C)., een crèmachtige blush die zich heel goed leent voor het creëren van lichtpunten. Maar je kunt ook heel goed werken met Strobe Cream, een hydraterende crème met lichtreflecterende deeltjes. Deze crème tip over je make-up, dus als laatste, op die gezichtszones die je wilt highlighten. En verder noemden we al de mineraalpoeders die een mooie glans over je gezicht leggen en je gezicht echt een extra dimensie kunnen geven.
Hoe ga je te werk?
De vraag is nu natuurlijk welke zones je gaat highlighten.
Een zone die zich daar absoluut goed voor leent, zijn de jukbeenderen maar ‘verlicht’ ook eens het gedeelte daarboven, dus de zone tussen jukbeen en onderste ooghoek richting je slaap.
Ook de binnenste ooghoeken vragen om een highlight. Neem daarbij ook de zijkant van je neus mee en het bovenste gedeelte van je neusbrug. Highlight niet je hele neusbrug tot aan het puntje van je neus, maar verlicht alleen dat gedeelte van je neus dat de binnenste ooghoeken met elkaar verbindt.
Heel sexy is het verder om de huid boven de Cudipoboog van je mond net iets lichter te maken. Verder kun je ook de zone bóven (dus niet onder) je wenkbrauwbot richting je haargrens highlighten. Of je kunt een lichte gloed over je wangen leggen. Dit hangt af van het type make-up dat je wilt creëren en ook van je gezichtsvorm.
Tot slot
Het is van belang om in gedachten te houden dat je met schaduw en licht werkt om volumes te creëren, net zoals in de schilderkunst. En dan gaat het er natuurlijk om om die volumes te creëren waar jij mooier van wordt.
Let ook goed op de texturen die je gebruikt – crème, poeder, glansproducten -. Met de juiste producten voeg je licht, glans en gloed aan je gezicht toe waardoor je zelfs een soort ‘liftend’ effect krijgt (zonder dat je onder het mes hoeft!).
Overigens is ‘strobing’ geen nieuwe techniek. Er wordt al sinds de jaren ’90 mee gewerkt. Maar de techniek heeft nu een naam gekregen en de producten om crèmeachtige, glanzende of lichtreflecterende effecten te bereiken, zijn steeds geavanceerder.
