Dit jaar bracht ik zes weken in Tokio door. Van begin oktober tot half november woonde ik in deze intrigerende metropool, in Aoyama. Deze trendy wijk, omringd door populaire zones zoals het chique Omotesando met zijn internationale modeboetieks, het Harajuku met rebelse tieners in cosplay-kostuums en het altijd overbevolkte Shibuya, was een veilige thuishaven met wolkenkrabbers maar met ook onverwacht rustieke straatjes met ontelbare kapsalons. Japanners hebben nu eenmaal veel haar, was het ironische commentaar van een Japanse kapper die ik sprak.
Aoyama
Misschien begrijp je het al: Aoyama is mijn favoriet. Elke keer als ik uit het metrostation Gaiemmai kwam, werd ik getroffen door de schone lucht, de geruisloze (elektrische) auto’s en de scherpe silhouetten van de hoge gebouwen tegen de frisse nachtelijke hemel. Aoyama is een juweeltje in het hart van Tokio waar het heerlijk vertoeven is.
Maar ik wilde meer van de Japanse hoofdstad weten, en dus bezocht ik andere stadsdelen. Het moderne Ikebukuro waar jonge generaties graag vertoeven, en ook Shimbashi, een zogenaamd salaryman-district waar zakenmannen ‘s avonds een biertje (of meer) drinken en vertier zoeken. Ook was ik nieuwsgierig naar het oude, traditionele Tokio.
De wijk Yanaka wordt op internet beschreven als shitamachi, nostalgisch en authentiek. Ik zag foto’s van gaijin, buitenlandse toeristen in de Yanaka Ginza Street, maar ook inspirerende foto’s van de Tennoji tempel en besloot het erop te wagen. Vanaf de Omotesando is het twaalf haltes met de Chiyoda-metrolijn naar Nishi-Nippori en vandaaruit ongeveer tien minuten lopen.
Yanaka, traditioneel Tokio
Zoals altijd ga ik vroeg op pad en zonder een vast omlijnd idee. Het enige dat ik vandaag weet, is dat mijn einddoel Yanaka Ginza Street is. Hoe ik er kom en wat ik onderweg tegenkom, vind ik alleen maar intrigerend. Ik laat me het liefst verrassen door de omgeving. Soms mis ik daardoor een zogenaamde (toeristisch) must-see maar ik krijg daar andere waardevolle momenten voor in de plaats.
Als ik het Nishi-Nippori metrostation uitkom, bevind ik me in een typische, hedendaagse Tokio-buurt met brede straten, de gewoonlijke koffieketens en de karakteristieke viaducten erboven. Het komt bijna onwaarschijnlijk op mij over dat hier ergens een historische wijk ligt, die zou zijn gespaard door bombardementen en natuurverschijnselen. Hier is niets bijzonders te vinden.
Google maps leidt me de weg. Ik loop door onbeduidende straatjes, kom op een gegeven moment bij een spoorovergang waar ik moet stoppen voor een trein, vervolg mijn weg via allerlei straatjes met shops in jaren ’60 stijl, passeer het Nippori Station en bestijg een trap die naar een brug over treinsporen leidt. Vandaar uit is er een opwaarts pad naar de Tennoji tempel, omgeven door bomen.
Tennoji tempel
Eenmaal boven voelt het goed. Links ligt de Tennoji tempel waar ik al over gelezen had. Recht voor mij zie ik een antieke begraafplaats. Ik besluit om eerst de tempel die uit 1274 stamt, te bezoeken. Op de binnenplaats verrijst een groot Boeddhabeeld. Verder zegt de tempel mij niet veel, behalve dan de rust die er heerst.
Er zijn op dit vroege ochtenduur maar weinig bezoekers en ik hoor een gids zeggen dat je gewoonlijk ook naar binnen kunt, maar dat de gebouwen die dag om een of andere reden gesloten zijn. Ik maak een rondje over de binnenplaats waar vroeger – zo gaat het verhaal – loterijen werden gehouden om geld binnen te halen, iets wat deze tempel geliefd maakte onder de plaatselijke bevolking.
Yanaka begraafplaats
Recht tegenover de Tennoji tempel is een grote begraafplaats, Yanaka Reien. Later zou ik lezen dat dit een van de meest bekende en historische begraafplaatsen in Tokyo is. Hier rust ook de laatste shogun, de laatste militaire leider in de Edo periode (1603 tot 1868), Tokugawa Yoshinobu. Dit alles zei me op dat moment niets maar werd me duidelijk toen ik de Meiji Memorial Picture Gallery bezocht.
Vanaf het allereerste moment dat ik voet op deze begraafplaats zet, voel ik een enorme rust over me komen. De dag begon bewolkt en koud maar een bleke herfstzon breekt door de wolken en verwarmt de grafstenen en herfstige bomen en planten (en mij). Sommige graven zijn verzorgd, in andere delen van de begraafplaats overheerst de natuur en groeien bomen en planten kriskas door elkaar. Ik ben verrukt over alles wat ik zie en voel.
De enkele toeristen die er vandaag zijn, lopen over de geasfalteerde weg die deze enorme begraafplaats met meer dan 7000 graven doorkruist. Ik verlaat de weg en volg de groene paadjes tussen de graven, hoor vogels fluiten, bewonder de geelrode herfstbladeren en een boom vol kakivruchten. Ik zie een jongen met een bos bloemen zijn weg zoeken tussen de grafstenen en ben tot tranen toe geroerd als ik een oude man op een bankje tegen een graf hoor praten.
Later zou ik tegen iedereen die mijn verhalen over Tokio wil horen zeggen dat ik vooral de antieke begraafplaatsen erg mooi vind. Daar voel ik een vredige sfeer die ik in de stad die mij koud en steriel overkomt, niet kan vinden.
Het familiegraf van de Tokugawa clan (wil je hier meer over weten, google dan Battle of Sekigahara) heb ik die ochtend niet gevonden. Ik heb een lunchafspraak en moet mijn tijd goed indelen. Ik laat het graf voor wat het is – ik zal er wel een andere keer voor terugkomen -, want anders schiet de Yanaka Ginza Street erbij in en daar wil ik toch echt wel even het sfeertje van proeven.
Yanaka Ginza
Yanaka Ginza is, aldus reisgidsen en internet, een charmante en historische winkelstraat in het Yanaka-district van Tokio, die bekend staat om zijn retro sfeer en lokale ambachtelijke producten. Deze historische wijk is ontsnapt aan bombardementen en natuurrampen en geeft een idee van het oude Tokio. Yanaka Ginza is niet alleen een toeristische bestemming, las ik, maar het is ook een levendige gemeenschap waar lokale bewoners hun dagelijkse boodschappen doen.
Op mijn weg ernaar toe loop ik door een straat met kleinere tempels dan de Tennoiji tempel (maar wel net zo charmant) en met ook hier weer ‘lapjes’ begraafplaats. Ik zie ook antieke huizen, kleine cafés en intrigerende boetieks, maar veel lokalen zijn nog gesloten. In Tokio gaat alles, dat valt me op, pas later op de dag open. Ook kom ik langs een museum met beelden, het Asakura Museum of Sculpture. Het is op deze bewuste dag gesloten. Over het hoge hek vang ik een glimp op van een beeldhouwwerk en ik zie meteen dat het de moeite waard is. Ook hiervoor kom ik zeker terug.
Ongeveer om de hoek is de Yuyake Dandan-trap die precies was zoals ik me die had voorgesteld. Toeristisch en niet zo schilderachtig als ik op internet gezien had. Gewoon een trap met daarnaast ook nog eens een bouwconstructie met veel herrie. De trap leidt naar een straat met pittoreske maar toeristische winkels en verder weinig charme. Het is leuk om te zien maar zo had ik me het Tokio uit de jaren ‘50 niet voorgesteld. Ik kan er zelfs geen souvenirs voor thuis vinden (als je echte souvenirs mee naar huis wilt nemen, koop ze dan bij de Sensoji Tempel).
Pas als ik aan het einde (of begin, het is maar hoe je het ziet) van deze populaire straat kom, begrijp ik een beetje wat er met ‘oud Tokio’ wordt bedoeld. Hier en daar zijn authentieke en uiterst simpele winkeltjes waar locals met doorgroefde gezichten en grijze haren etenswaren verkopen die ik niet herken. Deze shopjes worden afgewisseld door gezellige barretjes in Westerse stijl, met alles wat buitenlanders behaagt, zoals jazz muziek en allerlei soorten koffie. Denk ervan wat je ervan denken wilt.
In de stille en bescheiden straatjes achter deze winkelstraat – die ik doorkruis om terug te gaan naar het Nishi-Nippori metrostation – kom ik locals tegen die me hartelijk begroeten, met een glimlach, zelfs een konnichiwa. Dat is bijzonder want over het algemeen houden Japanners niet van buitenlanders, gaijin, en een paar keer is ons zelfs de toegang tot een lokaal ontzegd. Deze begroetingen maken veel goed en uiteindelijk kom ik enthousiast en vol verhalen in Aoyama terug.
Klik hier voor lifestyle tips op ADVERSUS